Het belang van de arbeidsdeskundige

Werkhervattingsadvies en Re-integratie spoor 1,2 en 3

De arbeidsdeskundige vertaalt medische beperkingen naar arbeidsmogelijkheden. Meer bekend is dat de arbeidsdeskundige een advies uitbrengt rond de eerstejaarsevaluatie. Wij vinden het nog belangrijker dat de arbeidsdeskundige rond de 13e week een werkhervattingsadvies geeft, zodat er veel gerichter en sneller aan re-integratie spoor 1 of 2 gewerkt kan worden.

Werkhervattingsadvies

Arbeidsdeskundig onderzoek

€ 495,-
 

EENMALIG
 De arbeidsdeskundige adviseert direct of een re-integratie spoor 1 haalbaar is. Het werkhervattingsadvies is een ijzersterk onderdeel in het re-integratiedossier en stimuleert om het werk te gaan hervatten. 

€ 895,-
 

EENMALIG
Het arbeidsdeskundig onderzoek wordt uitgevoerd zodra er twijfel ontstaat of terugkeer in het eigen werk haalbaar is. De arbeidsdeskundige is de formele professional die daar een uitspraak over mag doen. De arbeidsdeskundige adviseert ook om een onderzoek naar de re-integratiemogelijkheden spoor 2 op te starten. Hoe eerder dit onderzoek start hoe kleiner de kans op een UWV sanctie. Dit is een verplicht onderdeel in het poortwachter dossier. 

Arbeidsdeskundig onderzoek

Aanleiding

De bedrijfsarts stelt aan de hand van een (lichamelijk) onderzoek (en/of van informatie verkregen uit de behandelende sector) vast of er bij de werknemer sprake is van ziekte of gebreken, die leiden tot structurele functionele beperkingen.

Indien er sprake is van structurele beperkingen, zal de bedrijfsarts beoordelen of:
• de werknemer over duurzaam benutbare mogelijkheden beschikt;
• de werknemer niet over duurzaam mogelijkheden beschikt.

Indien de werknemer over duurzaam benutbare mogelijkheden beschikt zal verder onderzoek door de arbeidsdeskundige vast moeten stellen of de werknemer deze mogelijkheden kan benutten in het eigen werk, of in ander werk.

Er volgt een advies over het inzetten van een zogenaamd spoor 1 of spoor 2 traject.

Werkwijze

De bedrijfsarts heeft een medisch onderzoek verricht teneinde de belastbaarheid van de werknemer vast te stellen. Dit belastbaarheidspatroon legt de verzekeringsarts of bedrijfsarts vast in een zogenaamde Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) of op basis van een inzetbaarheidsprofiel (IZP).

Aan de hand van deze FML of IZP onderzoekt de arbeidsdeskundige de wensen en bevindingen van de werknemer en de werkgever ten aanzien van arbeid. Hij  toetst deze op persoonlijke haalbaarheid en mogelijkheden bij de eigen werkgever, dan wel bij een andere werkgever.

Tevens beoordeelt hij of er werkvoorzieningen of -aanpassingen nodig zijn om de eigen functie, of een andere passende functie, naar behoren uit te voeren.

Het onderzoek vindt in beginsel plaats bij de werkgever. Daar waar mogelijk wordt de werkplek beoordeeld en meegenomen in het onderzoek. Aan de hand van een drie-gesprek (gesprek tussen werkgever, werknemer en de arbeidsdeskundige) worden de bevindingen en resultaten besproken.

De arbeidsdeskundige rapporteert vervolgens deze bevindingen en resultaten aan de werkgever, werknemer en de bedrijfsarts.

Werkhervattingsadvies 

Aanleiding

De bedrijfsarts stelt aan de hand van het spreekuur en/of uit informatie verkregen van de behandelende sector vast of er bij de werknemer sprake is van ziekte of gebreken, die leiden tot beperkingen.

Deze beperkingen legt de bedrijfsarts vast in de probleemanalyse of spreekuurverslag. Aan de hand hiervan wordt een plan van aanpak gemaakt en wordt er gekeken naar de start van de re-integratie.

De arbeidsdeskundige geeft in overleg met werknemer en werkgever een werkhervattingsadvies.

Werkwijze

Indien er sprake is van beperkingen, zal de bedrijfsarts deze vastleggen, bijvoorbeeld in de probleemanalyse of het spreekuurverslag.

Aan de hand van deze beperkingen toetst de arbeidsdeskundige met de werknemer en de werkgever de haalbaarheid en mogelijkheden om de eigen werkzaamheden te hervatten. Ook wordt beoordeeld of er werkvoorzieningen of -aanpassingen nodig zijn om weer aan het werk te gaan.

Het werkhervattingsadvies vindt in beginsel plaats op de werkplek. Daar waar mogelijk wordt de werkplek beoordeeld en meegenomen in het onderzoek. Aan de hand van een drie-gesprek (gesprek tussen leidinggevende, werknemer en de arbeidsdeskundige) worden de bevindingen en resultaten besproken.

De arbeidsdeskundige rapporteert vervolgens het werkhervattingsadvies met indien mogelijk een opbouwschema aan de werknemer, de werkgever en de casemanager.